Op camerabeelden is te zien hoe vier mannen op 20 september vorig jaar de plofkraak op de geldautomaat van de Rabobank aan de Seinedreef plegen. Het gebeurt in de vroege ochtend, rond 5:50 uur. Eén van de verdachten ramt met een gestolen bestelbusje de gevel. Vlak daarna komen de andere drie verdachten op twee gestolen scooters aanrijden. Ze dragen daarbij donkere kleding en bivakmutsen. Nadat de gevel is geramd, volgen twee bomexplosies. De ravage is groot. Zo wordt onder andere het dak omhoog geblazen.

De knal van de plofkraak wordt gehoord door een politieagent die op dat moment op het bureau aan de Kaaphoorndreef is. Ter plaatse ziet hij twee in het donker geklede personen wegrennen. Ook ziet hij verderop twee personen op scooters zitten. Uiteindelijk vlucht het viertal op de gestolen scooters. Niet veel later lukt het andere agenten om de verdachte, die achter op één van de scooters zat, aan te houden. De anderen weten te ontkomen. De verdachte bekende op zitting dat hij betrokken was bij de plofkraak. Hij zou naar binnen gaan om te kijken of er geld lag, dat oprapen en vervolgens achter op een scooter stappen. Ook verklaarde hij dat één van de explosieven via de accu van de scooter waar hij toen als bestuurder op zat is ontstoken. Hij wist vooraf dat dat zo zou gaan. Verder vertelde de verdachte dat hij ervan uit ging dat hij een kwart van de buit zou krijgen.

De rechtbank oordeelt dat sprake is van een gezamenlijke uitvoering van de plofkraak. Er was nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten. De rechtbank veroordeelt de verdachte dan ook voor het medeplegen van de plofkraak. Hij maakte hierbij gebruik van gestolen voertuigen. De rechtbank is van oordeel dat hij ook wist dat de voertuigen gestolen waren. De verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar. Daarmee wijkt de rechtbank af van de eis van de officier van justitie. Die had 4 jaar geëist. Volgens de rechtbank is niet bewezen dat bij de plofkraak mensen in levensgevaar zijn gebracht. De verdachte moet naast deze straf, ook een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden uitzitten. De rechtbank spreekt een andere 24-jarige man vrij van het medeplegen van de plofkraak. Het is niet bewezen dat hij erbij betrokken was. Zijn DNA zat dan wel op een gevonden muts en twee handschoenen, maar er is ook DNA van onbekenden aangetroffen. Er kan niet geconcludeerd worden dat het de verdachte was die de muts en handschoenen als laatste gedragen heeft.