In 2008 is door deskundigen geconcludeerd dat de brand moest zijn ontstaan door kortsluiting in de meterkast. Het verhaal van de verdachte werpt een heel ander licht op de zaak. De rechtbank heeft daarom moeten onderzoeken of zijn verklaring betrouwbaar is en of er genoeg steunbewijs in het dossier voor te vinden is. Allereerst komt de rechtbank tot de conclusie dat het verhaal van de verdachte betrouwbaar is. Tegenover de politie én de rechtbank vertelde hij in de kern hetzelfde verhaal. Dit deed hij bovendien nauwkeurig en gedetailleerd. Daarnaast stelt de rechtbank dat de verklaring van de man voldoende wordt ondersteund door ander bewijsmateriaal. Bijvoorbeeld door het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) uit 2021 over het brandonderzoek. De conclusies van de recherche in 2008, namelijk dat sporen wezen op een brand die in de meterkast was begonnen, betekenen volgens het NFI niet dat het ook echt zo moet zijn gegaan. Die sporen kunnen namelijk ook het gevolg zijn van een brand die buiten, aan de achterkant van het pand, is ontstaan. Tot slot is er nog een verklaring van een getuige die vuur en rook uit de achtertuin van het pand zag komen. Dit alles maakt dat de rechtbank tot een bewezenverklaring komt en de man veroordeelt voor de brandstichting.