Alle drie de dochters van de man verklaren dat hun vader meerdere keren per week ontuchtige handelingen pleegde én seksueel bij hen binnendrong. De man heeft dit op zitting ook bekend. Bij één dochter begon het seksueel misbruik in 2008 en eindigde het pas toen zij in 2013 haar ouderlijk huis ontvluchtte en bij haar opa en oma ging wonen. Ondanks dat de man wist dat zijn dochter kort daarna aangifte tegen hem had gedaan, waarbij hij haar wegzette als leugenaar, begon hij met het misbruiken van zijn andere twee dochters. Bij de één vond het misbruik plaats vanaf haar 12e tot haar 16e; bij de ander stopte het pas nadat ze in 2020 aangifte tegen haar vader had gedaan. 

Volgens de rechtbank heeft de man als vader jarenlang op zeer ernstige en grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn drie minderjarige dochters. Juist van een vader mag worden verwacht dat hij zijn dochters beschermt en niet dat hij zich aan hen vergrijpt en misbruik maakt van het vertrouwen dat zij in hem hebben. Hij is enkel bezig geweest met het bevredigen van zijn eigen lustgevoelens. De rechtbank noemt de manier waarop hij zijn dochters heeft misbruikt schokkend. Daarbij komt dat het misbruik plaatsvond in hun ouderlijk huis, de plek waar de kinderen zich juist veilig hadden moeten voelen. Hun vader heeft hen dat ontnomen.

De man heeft bekend dat hij zijn dochters seksueel heeft misbruikt. Daar wordt hij dan ook voor veroordeeld. De rechtbank spreekt hem van één feit vrij. Naast de verklaring van één van zijn dochters is er namelijk onvoldoende (steun)bewijs waaruit blijkt dat de man haar ook in de periode van 2002 tot 2008 heeft misbruikt. Bij het opleggen van de straf houdt de rechtbank rekening met de conclusies van deskundigen. Die stellen vast dat bij de man sprake is van een licht verstandelijke beperking. De feiten worden daarom in verminderde mate aan hem toegerekend. Tóch legt de rechtbank een hogere straf op dan de 6 jaar die de officier van justitie heeft geëist. Bij een eenmalige verkrachting wordt uitgegaan van een celstraf van 2 jaar. In deze zaak is sprake van één van de meest ernstige vormen van seksueel misbruik, namelijk verkrachting van drie minderjarige dochters waarbij het misbruik van twee van hen jaren heeft geduurd. Gelet hierop vindt de rechtbank de eis van de officier niet passend. Volgens de rechtbank zou in deze zaak een celstraf van 9 jaar opgelegd moeten worden, maar vanwege de gedeeltelijke vrijspraak én de persoonlijke omstandigheden legt de rechtbank 8 jaar op.