De rechtbank gelooft het alternatieve scenario van de verdachte niet. Hij is verschillende keren door de politie gehoord en heeft zijn verklaringen op wezenlijke punten aangepast op momenten dat hij met bevindingen uit het opsporingsonderzoek werd geconfronteerd. Bovendien is de verklaring van de verdachte, dat hij het slachtoffer nog wilde redden, niet goed te rijmen met het maken van foto’s van het slachtoffer. Die foto’s maakte hij tijdens en/of na de uitoefening van het geweld. Te zien is hoe de verdachte zijn hand enige tijd op de mond van het slachtoffer houdt. Bij die foto’s schrijft hij later naar een vriend dat hij zijn verstand had verloren. Voor wat betreft de verklaring van de verdachte dat hij handelde uit zelfverdediging, oordeelt de rechtbank dat dat beroep op noodweer hoe dan ook niet slaagt. Ervan uitgaande dat hij zich verdedigde omdat hij werd aangerand, zou hij de grenzen van de noodzakelijke verdediging hebben overschreden. Aldus de rechtbank in het vonnis. “Er waren voor de verdachte andere, minder gewelddadige mogelijkheden om een einde te maken aan de gestelde wederrechtelijke aanranding.”