Volgens de man is hij naar de Zeehaenkade in Utrecht gelokt. Daar kwam een auto aanrijden met vier personen, onder wie de twee slachtoffers, en vervolgens nog een tweede auto. Vanuit die auto werd een pistool op hem gericht, zo verklaarde de man. De rechtbank gelooft dit niet. Alleen de broer van de man onderschrijft deze verklaring, maar uit het dossier volgt dat beide mannen hun verklaringen op elkaar hebben afgestemd. Ook onafhankelijke getuigen verklaren niets over een tweede auto.