Laden...

Agent veroordeeld voor schieten op tractor tijdens boerenprotest

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Midden-Nederland > Nieuws > Agent veroordeeld voor schieten op tractor tijdens boerenprotest
Utrecht, 01 december 2023

De politieagent die tijdens een boerenprotest in Heerenveen op een rijdende tractor schoot, is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld voor poging doodslag. Volgens de rechtbank is de agent strafbaar, omdat hij bij het schieten op de cabine van de tractor op de koop toenam dat de zestienjarige bestuurder van de tractor dodelijk zou kunnen worden geraakt. De rechtbank legt de agent een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand en een onvoorwaardelijke taakstraf van 80 uur op.

Boerenprotest

Op 5 juli 2022 vond er op industrietrein De Kavels in Heerenveen een boerenprotest plaats. Op een gegeven moment reed een stoet met onder andere tractoren de snelweg A32 op. Zes politieagenten reden naar de afrit van de snelweg, hebben hun voertuigen dwars op het einde van de afrit en de naastgelegen oprit stilgezet en zijn uitgestapt om de tractoren tot stilstand te brengen. Verschillende personen in tractoren en personenauto’s negeerden de politieblokkade en reden eromheen. Daarna bleef een aantal tractoren en auto’s voor de rotonde stilstaan. Uit die rij met tractoren brak de tractor van de zestienjarige bestuurder uit. Hij reed vervolgens langs de stilstaande tractoren dwars over de middengeleider via de oprit tegen het verkeer in richting de rotonde. De verdachte en een collega trokken hierop hun dienstwapen. Terwijl de jonge bestuurder van de tractor vlak langs de agenten reed, loste de collega van de verdachte een waarschuwingsschot in de lucht. De verdachte schoot gericht op de cabine van de tractor. De kogel kwam terecht in de stijl aan de zijkant van de cabine, ter hoogte van de stoel.

Gevaarlijke situatie

Volgens de wet zijn politieagenten niet alleen bevoegd om onder bepaalde omstandigheden geweld te gebruiken in de uitvoering van hun maatschappelijke taak, maar dit wordt ook van hen verwacht wanneer dat nodig is. Als een politieagent wordt vervolgd vanwege een geweldsmisdrijf is hij niet strafbaar als hij handelde volgens de geweldinstructie. Een van de situaties waarvoor een agent zijn vuurwapen mag gebruiken, is om direct gevaar voor het leven van personen of voor het ontstaan van zwaar lichamelijk letsel te voorkomen. Er moet daarbij sprake zijn van een concreet en serieus risico, waarbij onmiddellijk en daadkrachtig ingrijpen noodzakelijk is. De rechtbank moet in deze zaak dus eerst beoordelen of sprake was van een gevaarlijke situatie, waardoor geweld door de agent gerechtvaardigd was. De verdachte verklaarde op zitting dat er een groot gevaar was dat de tractor op verdachte, de collega’s van verdachte of op anderen zou inrijden. Op camerabeelden is te zien dat de verdachte en zijn collega zich, zowel voor als tijdens het lossen van het schot, niet in de directe rijrichting van de tractor bevonden. Uit de beelden blijkt zelfs dat verdachte nog een aantal stappen in de richting van de rijbaan van de tractor zette voordat hij het schot loste.

Geen reëel gevaar

Gelet op de camerabeelden bestond volgens de rechtbank geen reëel gevaar dat de jonge boer op de verdachte of anderen in zou rijden, omdat zij zich niet in de directe rijrichting bevonden. Van de verdachte mocht, als ervaren en getrainde politieagent, worden verwacht dat hij de situatie voldoende kon overzien, ondanks de hectiek van het moment. Was dat zo geweest, dan had de agent ingezien dat de tractor geen onmiddellijk dreigend gevaar voor hem, zijn collega’s of omstanders vormde. Ook van noodweer was hierdoor geen sprake.

Strafoplegging

De rechtbank oordeelt dat de agent ten onrechte gericht heeft geschoten. Hierbij heeft hij de aanmerkelijke kans aanvaard dat de zestienjarige bestuurder van de tractor dodelijk zou kunnen worden geraakt. De rechtbank vindt dat alleen een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand, zoals de officier van justitie eiste, onvoldoende recht doet aan de aard en ernst van het feit. Daarom wijkt de rechtbank af van de strafeis en legt, naast de voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand, ook een onvoorwaardelijke taakstraf van 80 uur op aan de agent.



Uitspraken