De moeder van de twee kinderen heeft meerdere procedures gevoerd om in Nederland te kunnen blijven wonen. In augustus van dit jaar is zij uitgezet naar Armenië en zijn de kinderen onder de tijdelijke voogdij van stichting Nidos geplaatst. Zij verbleven bij een tijdelijk opvanggezin. De huidige procedure is gestart door de Raad voor de Kinderbescherming en gaat over het toezicht op de kinderen en wie de zorg krijgt over de kinderen. Deze procedure gaat niet over de verblijfstatus.

De kinderen leven al vanaf zeer jonge leeftijd in Nederland. Zij hebben op verschillende plekken gewoond en op verschillende scholen gezeten. Na de uitzetting van de moeder zijn zij op meerdere plekken ondergebracht. Zij leven in onzekerheid en het is niet duidelijk hoe hun toekomst er uit zal zien. Dat heeft een grote invloed op het welzijn en gevoel van veiligheid van de kinderen, zo oordeelt de rechtbank. Daarom moeten de kinderen onder toezicht worden gesteld.

De tijdelijke voogdij van Nidos wordt ingetrokken. De moeder is in Armenië goed bereikbaar en kan van daaruit, samen met Nidos die de ondertoezichtstelling zal uitvoeren, haar gezag blijven uitoefenen. De vrees van Nidos dat de moeder de kinderen met behulp van haar netwerk opnieuw zal laten onderduiken vindt de rechtbank onvoldoende concreet en onderbouwd. In het gesprek met de kinderen kwam duidelijk naar voren dat zij terug willen naar hun oude en bekende omgeving. De rechtbank bepaalt dat zij bij het bevriende gezin worden ondergebracht.