Veel scholen zijn het hier niet mee eens, omdat 34,55% niet in verhouding staat tot de periode van vijf maanden waar het hier om gaat. Vijf maanden van een schooljaar komt immers overeen met 41,67% (5/12e deel) van de jaarlijkse bekostiging. 222 schoolbesturen zijn vervolgens gezamenlijk opgetrokken door beroep in te stellen bij de bestuursrechter. Deze groep is ongeveer een kwart van alle schoolbesturen en zij zeggen zo’n € 250 miljoen euro mis te lopen door de overgangsregeling.
De rechtbank is het met de scholen eens. De minister heeft met de overgangsregeling niet goed voor ogen gehad dat het gaat om de bekostiging van (een deel van) het schooljaar 2022-2023. Het klopt wel dat er in de maanden januari tot en met juli van 2022 méér is betaald dan 7/12e deel van de jaarlijkse bekostiging, maar die periode hoorde bij het schooljaar 2021-2022 en die extra bekostiging moet worden weggestreept tegen de mindere bekostiging in het eerste deel van dát schooljaar. De minister moet nu de overgangsregeling aanpassen en over de periode van 5 maanden uit 2022 alsnog 41,67% aan bekostiging van personeelskosten toekennen.