De videoscheidsrechter moet na elk doelpunt kijken of het doelpunt geldig is. In dit geval oordeelde de videoscheidsrechter dat er aan het begin van de aanval hands werd gemaakt, waarop de scheidsrechter het doelpunt afkeurde. De rechter oordeelt dat het wel of niet in balbezit komen van Willem II een feitelijke beslissing over een spelsituatie is. De scheidsrechter bepaalde dat de handsbal en het doelpunt in dezelfde aanvalssituatie plaatsvonden. Dat dit mogelijk een onjuiste beslissing is doet niet ter zake, omdat het oordeel van de scheidsrechter in deze situatie bindend is.