Op 16 april houdt de politie een man aan in de Kanaalstraat in Utrecht. De man werkt niet mee en al snel verzamelen veel mensen zich rondom de aanhouding. De verdachten bemoeien zich ermee en het groeit uit tot een gespannen situatie waarbij ze de agenten duwen, trappen en slaan.

De 19-jarige verdachte verklaart dat hij de agenten aanviel omdat zij zijn moeder hadden geslagen met hun wapenstok. De moeder stond op dat moment tussen de omstanders. Volgens de verdachte wilde hij alleen maar zijn moeder beschermen. De rechtbank vindt dat dit geen reden kan en mag zijn om agenten, die hun werk aan het uitoefenen zijn, aan te vallen. In ieder geval was geen sprake van een noodweersituatie.

De rechtbank noemt het een buitengewoon vervelende zaak waarbij agenten zijn aangevallen door publiek. Het was daardoor een dreigende situatie voor de agenten en dat kan niet de bedoeling zijn. In het geval van openlijke geweldpleging met beperkt letsel volstaat in de rechtspraak vaak een taakstraf. Maar juist omdat het in deze zaak gaat om openlijk geweld tegen agenten, heeft de rechtbank naast taakstraffen óók celstraffen opgelegd. De 19-jarige verdachte kreeg naast een taakstraf van 100 uur ook een deels voorwaardelijke celstraf van 30 dagen. De 23-jarige verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur en een deels voorwaardelijke celstraf van 60 dagen. Hij verklaarde tijdens de zitting dat hij de politie alleen maar wilde helpen. Maar dat gelooft de rechtbank niet. Op camerabeelden is te zien dat hij tot twee keer toe op de agenten afloopt en ze slaat en schopt. Omdat de verdachten het onvoorwaardelijke deel van hun gevangenisstraf al hebben uitgezeten, hoeven ze niet terug naar de gevangenis.