Met deze specifieke babbeltruc is een nieuw dieptepunt bereikt, zo stelt de rechtbank. De verdachte heeft niet alleen misbruik gemaakt van het vertrouwen van kwetsbare ouderen, maar heeft ook hun lichamelijke integriteit geschonden door in een aantal gevallen daadwerkelijk in de vinger te prikken. De rechtbank heeft de verdachte daarom veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar en 6 maanden. Dit is een lagere straf dan de vijf jaar die door de officier van justitie was geëist, omdat de rechtbank de verdachte heeft vrijgesproken van een aantal andere oplichtingen en diefstallen die zij volgens de officier had gepleegd. Hiervoor bestond volgens de rechtbank onvoldoende bewijs. De verdachte moet het geld dat ze met de door haar gepleegde misdrijven verdiende terugbetalen aan de Staat. De medeverdachte, die van minder feiten werd verdacht, is wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.