De verdachte bood in de eerste maanden van 2018 producten aan via webshops. Het ging dan bijvoorbeeld om witgoed. De slachtoffers deden online aankopen, maar werden vervolgens met misleidende informatie aan het lijntje gehouden. Zo kocht één van hen op de webshop van de verdachte een inductiefornuis van bijna veertienhonderd euro. Het fornuis had een levertijd van twee weken, maar na drie weken was nog steeds niets geleverd. Tegen het slachtoffer werd gezegd dat er problemen waren met de bezorging en dat ze aan het verhuizen waren. Op een gegeven moment was de servicedesk niet meer bereikbaar en bestond de website niet meer. De verdachte heeft op deze manier meer dan honderdvijftig klanten opgelicht en verdiende hiermee tienduizenden euro’s.

De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij zich niet druk heeft gemaakt over de gevolgen van zijn oplichtingspraktijken voor de gedupeerden. In plaats daarvan is hij gewetenloos en geraffineerd te werk gegaan. Hij heeft willen doen geloven dat hij met de beste bedoelingen een webshop was gestart, die aanvankelijk goed liep, maar hem daarna boven het hoofd is gegroeid. De rechtbank gaat hier niet in mee.

De verdachte is in het verleden al meerdere keren veroordeeld voor oplichting op grote schaal. Daarvoor zijn hem forse gevangenisstraffen opgelegd. Toch ging hij door met liegen en bedriegen. Dat maakt hem een hardnekkige recidivist die niet wil leren van zijn fouten. Nadat de webshop van de verdachte failliet werd verklaard en de website uit de lucht was, bouwde hij een nieuwe webshop waarmee hij opnieuw mensen oplichtte. Hij maakte hierbij ook misbruik van persoonsgegevens van een oud-werknemer, door de webshop op diens naam te zetten. Om de oplichting zo lang mogelijk in stand te houden, heeft de verdachte ook nog een huurcontract vervalst om daarmee een adreswijziging bij de Kamer van Koophandel door te voeren. Ten slotte gaf hij niet de volledige administratie van zijn bedrijf aan de curator. Hierdoor is het faillissementsonderzoek bemoeilijkt. De rechtbank legt de verdachte een gevangenisstraf op van 4,5 jaar. Ook mag hij vijf jaar lang niet actief zijn als bestuurder/directeur van een onderneming. De rechtbank vindt dat de samenleving lange tijd tegen de verdachte beschermd moet worden.