De officier van justitie eiste een celstraf van 11 maanden, tbs met voorwaarden én een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Maar de rechtbank beslist anders. De verdachte lijdt aan verschillende stoornissen en is verminderd toerekeningsvatbaar, maar deskundigen hebben niet of nauwelijks uitgelegd waarom zij tbs met voorwaarden adviseren. De rechtbank is van oordeel dat de man ook verplicht klinisch en ambulant behandeld kan worden door deze behandeling als voorwaarde te verbinden aan een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf. De man wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Aangezien de man is vrijgesproken van het dreigen met een terroristisch misdrijf, is geen sprake meer van een misdrijf waarvoor de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd kan worden.