De zestien actievoerders zien het strafbare van hun handelingen niet in. Zij beroepen zich op het recht van vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht. De rechtbank stelt vast dat de ramen en twee toegangsdeuren van de bank tijdelijk onbruikbaar zijn gemaakt. De rechtbank stelt ook vast dat de schade beperkt is gebleven. Wel is het gedrag van de actievoerders laakbaar te noemen: zij hebben inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de Rabobank, terwijl ze ook op een andere manier hadden kunnen demonstreren bij het hoofdkantoor van de bank. De rechtbank acht het optreden van de overheid en de inbreuk die daarmee gemaakt is op het recht op vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht proportioneel. Dat betekent dat er sprake is van een strafbaar feit – het tijdelijk onbruikbaar maken van ramen en deuren van het pand – en dat de actievoerders strafbaar zijn.