De verdachte rijdt op 16 mei op de Kuinderweg in Kuinre. Een getuige ziet hem de Uiterdijkenweg op rijden. Hij verklaart dat de verdachte heen en weer slingerde, af en toe de berm raakte en zelfs volledig door de berm reed. Met een snelheid tussen de 30 en 70 kilometer per uur rijdt hij ook bijna tegen een boom. Meerdere tegenliggers moeten voor de verdachte uitwijken omdat hij in hun richting stuurde.

In Luttelgeest krijgt een politieagent de verdachte in het vizier. Hij rijdt achter hem en ziet hoe hij hevig van links naar rechts slingert en af en toe de berm meeneemt. Ook ziet de agent hoe de verdachte richting een tegenligger stuurt. Op het moment dat hij de verdachte wil inhalen, stuurt die ook in de richting van de agent. Dit gebeurt een aantal keer, waarbij de snelheid oploopt tot 100 kilometer per uur. De agent moet zijn inhaalmanoeuvre steeds afbreken. Uiteindelijk lukt het de agent om de verdachte in te halen en voor hem te gaan rijden. In zijn spiegels ziet hij hoe de verdachte hem in probeert te halen. Als hij rechts naast de agent in de berm opduikt, raken de auto’s elkaar. Beide auto’s beginnen te slingeren. De auto van de verdachte wordt gelanceerd en komt terecht in een weiland. Daar kan hij worden aangehouden.

De gevaarlijke dollemansrit ontstond nadat de verdachte wegreed van een door hem veroorzaakte aanrijding. Door over de weg te slingeren en meerdere keren richting tegenliggers te sturen, heeft hij niet alleen zichzelf, maar ook anderen ernstig in gevaar gebracht. Uit onderzoek blijkt dat de verdachte in een psychose verkeerde. Die is waarschijnlijk veroorzaakt door het gebruik van lachgas, een aantal dagen eerder. Hij raakte, in psychotische toestand, in paniek door de botsing. Die nam toe toen hij achtervolgd werd door de politie. Een deskundige adviseert de feiten, vanwege die mentale toestand van verdachte, in verminderde mate aan hem toe te rekenen. De rechtbank neemt dit advies over. De rechtbank komt tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie geëist. Die eiste 8 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Alles overwegende veroordeelt de rechtbank de verdachte tot een gevangenisstraf van 199 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Ook legt de rechtbank hem een rijontzegging op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Daarnaast moet de verdachte zich melden bij de reclassering én bij verslavingszorg.