Het eerste slachtoffer is op 9 september 2021 met de bus vanuit Polen naar Nederland gekomen. De man uit Woudenberg haalde een dag later zijn toenmalige vriendin op. In haar verklaring bij de politie zegt de vrouw dat toen zij thuiskwamen ‘de hel begon’. In dat weekend is zij meerdere keren mishandeld. Zo heeft de man haar geslagen en gestompt, haar haar afgeknipt, sigaretten op haar uitgedrukt en haar gewurgd. Uiteindelijk lukt het de vrouw om te ontsnappen. Zij rent naar een buurman die de politie belt. Kort daarna is zij door een arts onderzocht. Later trekt zij haar aangifte in. Als reden voor de intrekking gaf zij aan dat zij niet wilde dat de dochter van verdachte hem zou moeten opzoeken in de gevangenis. Weer later verklaart zij tegen de politie dat iemand anders, al in Polen, haar mishandelde. Maar de rechtbank gelooft niet dat er een andere dader is. Het letsel was recent en tegen de buurman riep de vrouw dat ‘hij’ haar wilde vermoorden. Ook heeft de politie in de woning van de man haar gevonden dat recent is afgeknipt wat aansluit bij haar eerste verklaring.

In maart 2022, een half jaar na de eerdere mishandeling, heeft hij een nieuwe relatie. Ook in die relatie gaat het mis. In ruim een maand tijd mishandelt de man zijn vriendin meerdere keren, waarbij de mishandelingen steeds erger werden. De vrouw heeft uiteindelijk een hersenschudding, een gebroken rib en verschillende bloeduitstortingen. Het herstel duurt maanden en er is waarschijnlijk sprake van blijvend letsel. De vrouw is zo bang dat zij naar Polen is gevlucht.

De man heeft twee partners (zwaar) mishandeld. Deze feiten vonden plaats in huiselijke sfeer, een plek waar de slachtoffers zich juist veilig zouden moeten voelen. Nog altijd kampen de twee vrouwen met de gevolgen van de mishandelingen en neemt de man niet de verantwoordelijkheid voor zijn geweldsuitbarstingen. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Voor een mishandeling én een poging zware mishandeling is het uitgangspunt een gevangenisstraf van 9 maanden. Maar de rechtbank vindt dat er sprake is van strafverzwarende omstandigheden; namelijk de ernst van het letsel, eerdere veroordelingen en het feit dat de man weigert mee te werken aan een onderzoek naar hem. Bovenop de gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, moet de man ook nog een straf van 669 dagen uitzitten. Die straf is hem eerder voorwaardelijk opgelegd. Omdat hij nu opnieuw de fout in gaat wordt die straf omgezet naar een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.