De rechtbank realiseert zich dat geen enkele straf recht kan doen aan het verlies en het verdriet dat het overlijden van het slachtoffer bij de nabestaanden heeft veroorzaakt. Volgens de rechtbank heeft de man schuld aan het verkeersongeluk, maar heeft hij nooit de bedoeling gehad om het slachtoffer te doden. Dit heeft hij ook nooit gewild. Desondanks legt de rechtbank, gelet op de ernst van het feit, de man een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op van een half jaar. Ook mag hij drie jaar niet autorijden en moet hij zich laten behandelen voor zijn middelengebruik.