De verdachten in het NOCIS-onderzoek zijn onder te verdelen in twee groepen: de bitcoinhandelaren, tevens de hoofdverdachten, en hun klanten. De hoofdverdachten, mannen van 21, 25 en 27 jaar, namen bitcoins aan van hun klanten en zetten deze via een netwerk van rechtspersonen om in grote contante geldbedragen. Hierbij werd gebruik gemaakt van een zogenaamde mixerdienst, bedoeld om de herleidbaarheid van de bitcointransacties te bemoeilijken. De hoofdverdachten garandeerden hun klanten anonimiteit.
De contante bedragen werden in openbare gelegenheden aan de klanten overhandigd. Hiervoor werd een ongebruikelijk hoge commissie in rekening gebracht. De hoofdverdachten controleerden niet waar de bitcoins vandaan kwamen en kunnen daarover ook geen uitleg geven.
De rechtbank oordeelt dat het gezien alle omstandigheden niet anders kan dan dat de bitcoins van misdrijf afkomstig waren. Hoewel de hoofdverdachten de bitcoinhandel niet zijn begonnen met een crimineel oogmerk, hebben zij welbewust risico’s genomen waarbij zij zich moesten realiseren dat het ging om bitcoins die van misdrijf afkomstig waren en dat zij hiermee de onderliggende criminaliteit faciliteerden. De 25- en 27-jarige verdachten zijn veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf, de 21-jarige man is veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf.