De rechter bepaalde eerder deze maand al dat de vrouw haar eerder verzonden e-mail aan de griffie, commissieleden, raadsleden en de oppositie van de gemeente IJsselstein moest rectificeren.  In die e-mail betichtte ze een wethouder van belangenverstrengeling. Voordat zij als wethouder actief was, was zij bestuurder van een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. Toen zij wethouder werd moest zij meer op afstand komen te staan van die zakelijke activiteiten. Er werd een interim-directeur aangesteld, maar daarna ontstond onvrede bij de oudercommissie waar de schrijver van de e-mail deel van uitmaakte.

In een e-mail uitte de vrouw uit IJsselstein haar ongenoegen over de gang van zaken. Daarin schreef zij dat ondanks de aanstelling van een interim-directeur de wethouder actief de leiding had over de bedrijven, en dat er sprake was van belangenverstrengeling en onbehoorlijk bestuur. Naar aanleiding van dit incident trad de wethouder af in december van vorig jaar en spande een kort geding aan tegen de vrouw uit IJsselstein. De voorzieningenrechter besloot dat de voormalig wethouder ten onrechte beschuldigd werd van belangenverstrengeling omdat dit niet door feiten ondersteund werd. De vrouw moest daarom een rectificatie sturen aan de geadresseerden van haar eerdere e-mail.

Na het versturen van de rectificatie heeft zij deze direct ontkracht door nog een e-mail naar de geadresseerden te sturen. Hierin schreef zij dat de voormalig wethouder slechts op enkele punten gelijk had gekregen wat betreft de belangenverstrengeling, en dat zij in hoger beroep zou gaan. In een nieuw kort geding heeft de voorzieningenrechter bepaald dat ze opnieuw haar e-mail moet rectificeren en dat ze deze niet mag ontkrachten.