De verdachte was tijdens het plegen van de overvallen 19 jaar oud. De officier van justitie vroeg de rechtbank de verdachte daarom volgens het volwassenenstrafrecht te berechten en eiste een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan de helft voorwaardelijk. De rechtbank gaat hier niet in mee en baseert zich hierbij onder andere op een rapport van de reclassering. Daarin wordt geadviseerd, met het oog op gedragsverandering, het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank volgt dit advies en veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank is in deze zaak van oordeel dat het toepassen van het jeugdstrafrecht van belang is voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. De verdachte moet zich ook verplicht melden bij de reclassering én hij moet zich laten behandelen. Daarnaast bepaalt de rechtbank dat hij ruim € 3.000,- schadevergoeding moet betalen aan de Bruna.