De twee verdachten in deze zaak stonden terecht in onderzoek Charon II, een deelonderzoek van strafzaak Eris. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelde de drie hoofdverdachten in dat onderzoek dinsdag 5 juli tot levenslange gevangenisstraffen. Veertien andere verdachten kregen straffen opgelegd variërend van 1 tot 30 jaar. De zaken van de twee Amsterdammers in Charon II zijn door andere rechters behandeld omdat twee rechters in onderzoek Eris deze verdachten begin 2019 al hadden veroordeeld voor de zogenoemde Utrechtse vergismoord op Hakim Changachi. Toen kwamen bewijsmiddelen aan de orde die mogelijk ook een rol zouden kunnen spelen in Eris. In Charon II staat de moord op Justin Jap Tjong centraal.

De rechtbank concludeert net als het Openbaar Ministerie dat de liquidatie van Jap Tjong op 31 januari 2017 in verband staat met de Utrechtse vergismoord. De 36-jarige Amsterdammer in deze zaak was op 12 januari 2017 samen met Jap Tjong betrokken bij de vergismoord en bij de voorbereiding voor de moord op het beoogde slachtoffer, twee dagen later. De verdachte zou mee hebben gedaan aan de moord op Jap Tjong om zijn eigen fouten bij de vergismoord goed te maken. Jap Tjong zou de chauffeur zijn geweest bij die vergismoord.

Op basis van onder meer de inhoud van PGP- en chatgesprekken, die ondersteund worden door de verklaringen van een kroongetuige, heeft de rechtbank geconcludeerd dat hij deze liquidatie samen met onder meer één van de hoofdverdachten in onderzoek Eris pleegde. Hij zocht het slachtoffer, hield contact met hem en zorgde ervoor dat hij op het afgesproken moment op de juiste locatie was. Hij fungeerde daarbij als tussenpersoon die het contact met één van de hoofdverdachten in onderzoek Eris onderhield. De rechtbank veroordeelt de 36-jarige Amsterdammer tot een levenslange gevangenisstraf. Omdat hij de liquidatie van Jap Tjong pleegde vóór zijn veroordeling voor de vergismoord, legt de rechtbank een straf op die passend is voor alle gepleegde misdrijven samen: twee moorden en het medeplegen van voorbereiding van moord.

De 30-jarige medeverdachte wordt door de rechtbank vrijgesproken. Op basis van het dossier kan niet bewezen worden dat hij als een zogeheten medepleger of medeplichtige betrokken is geweest bij de moord op Jap Tjong. Er is wel vastgesteld dat hij op de avond van de moord op Jap Tjong aanwezig was rondom het pleintje waar de liquidatie plaatsvond. Maar anders dan bij de 36-jarige medeverdachte kan bij hem echter niet worden vastgesteld dat hij betrokken was bij de liquidatie. Ook blijkt uit de vele chat- en PGP-gesprekken niet dat de verdachte betrokken was bij de voorbereiding ervan. Daarnaast is niet bewezen dat de verdachte op de hoogte was van de samenwerking tussen zijn medeverdachte en één van de hoofdverdachten in onderzoek Eris.