In de nacht van 26 september 2017 meldt het slachtoffer zich bij het politiebureau in Rijswijk. Ze verklaart dat ze met haar ex-vriend, de verdachte, had afgesproken in Amsterdam. Hij stapte bij haar in de auto, werd agressief en gebood haar naar een hotel te rijden en daar een kamer te boeken. Daar aangekomen, verkrachtte de verdachte het slachtoffer meerdere keren. Toen de verdachte en het slachtoffer het hotel aan het einde van de avond verlieten, dwong hij haar om geld over te maken naar zijn rekening. De verdachte verklaarde later inderdaad seks te hebben gehad met de vrouw, maar dat dit met wederzijdse instemming was gegaan.

De rechtbank gaat niet mee in de verklaring van de verdachte. Het slachtoffer heeft meerdere malen verklaard over wat er die nacht heeft plaatsgevonden. Deze verklaringen zijn consistent en worden ondersteund door andere bewijsmiddelen, zoals een geluidsopname waar op te horen is dat het slachtoffer juist niet instemde met de seks. Daarnaast bevestigt een getuige, een vriendin die het slachtoffer kort daarna zag en sprak, haar verhaal. Wat betreft de afpersing blijkt inderdaad uit bankgegevens dat het slachtoffer na het verlaten van het hotel, geld over heeft gemaakt naar de verdachte.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Daarnaast moet de verdachte zich verplicht laten behandelen. De opgelegde straf is lager dan de geëiste 3 jaar. Dit komt mede doordat dat de rechtbank de verdachte vrijspreekt van een aanranding van een andere vrouw. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte net 18 jaar was toen hij de strafbare feiten pleegde, en bovendien verminderd toerekeningsvatbaar was.