De rechtbank stelt voorop dat er geen aanwijzingen zijn om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de vrouw. In het dossier bevindt zich een opname die de vrouw stiekem maakte van een gesprek tussen haar en haar oom. Deze opname biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende bevestiging. De man spreekt in de opname over ‘fouten die hij niet had mogen maken’, ‘ik zat aan je’ en ‘het hebben van spijt’. De verklaring van de man dat dit gaat over ‘kriebelen’ vindt de rechtbank ongeloofwaardig, maar tegelijkertijd wordt uit het gesprek niet duidelijk waar deze fouten uit hebben bestaan, waaraan hij heeft gezeten, of waar hij spijt van heeft. Dit is voor de rechtbank onvoldoende expliciet en concreet om de seksuele handelingen vast te stellen. Ook in de rest van het dossier is er onvoldoende ondersteunend bewijs. Enkele familieleden hebben verklaard over het seksueel misbruik, maar zij hebben het verhaal alleen van horen zeggen. Het nichtje was in dit geval de bron van hun verhaal.