De volmacht die eind december 2012 was afgegeven, gaf de vrouw het recht om het geld van haar oom en tante onder zich te hebben. Als zij in de periode dat zij de volmacht had, het geld heeft uitgegeven tegen de wil van haar oom en tante, is sprake van verduistering. De rechtbank komt in deze zaak echter niet toe aan een inhoudelijk oordeel over de vraag of de vrouw zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering omdat de verdenkingen van verduistering zijn verjaard.
Voor verduistering geldt een verjaringstermijn van zes jaren. De datum waarop de vrouw is gedagvaard is 27 juli 2024. Dat betekent dat de verdenkingen van verduistering zijn verjaard voor zover die zijn gepleegd vóór 27 juli 2018. In deze zaak zijn dat alle verdenkingen van verduistering, omdat de beschuldigingen gaan over de periode van 1 januari 2010 tot en met 6 oktober 2017. De vrouw kan dus niet worden vervolgd voor verduistering en de rechtbank heeft het Openbaar Ministerie daarom niet-ontvankelijk verklaard.