Eerder eiste het Openbaar Ministerie 6 maanden celstraf tegen de verdachte, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Daarnaast had het Openbaar Ministerie de rechtbank verzocht om de verdachte, die niet op zitting verscheen, weer in voorlopige hechtenis te laten plaatsen. Door afwezig te zijn bij de behandeling van zijn eigen zaak, hield de verdachte zich volgens het Openbaar Ministerie niet aan de gestelde voorwaarden. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek moet de rechtbank een afweging maken tussen het persoonlijke belang van verdachte en het maatschappelijk belang. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor het standpunt van het Openbaar Ministerie, wijst de rechtbank het verzoek gelet op alle betrokken belangen af.