Desondanks heeft de rechtbank in deze zaak niet de overtuiging gekregen dat de aangeefster door de oud-gymleraar is verkracht óf is misbruikt. De aangeefster heeft pas jaren later aan de getuigen verteld dat zij destijds door de man zou zijn misbruikt. Het feit dat één van de getuigen onrustig gedrag constateert als de aangeefster bijvoorbeeld de naam van de verdachte hoort of in de buurt van zijn woonplaats komt, is wel een indicatie dat er iets heeft gespeeld, maar wat dat precies is geweest, blijkt daar niet uit. Ook kan de opgelopen SOA in 2015 niet met voldoende zekerheid aan de verdachte worden toegeschreven. Naar het oordeel van de rechtbank is het steunbewijs in deze zaak te mager om wettig en overtuigend te kunnen bewijzen dat de verdachte de feiten pleegde. Hij wordt dan ook vrijgesproken. De officier van justitie eiste een celstraf van 3 jaar waarvan een half jaar voorwaardelijk.