Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd en heeft de rechtbank zich laten adviseren door hulpinstanties. De deskundigen geven aan dat het belangrijk is dat de pubers behandeld worden. Gelet op de ernst van de feiten, maar ook rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de jongens legt de rechtbank hen beiden een voorwaardelijke jeugddetentie op; 9 maanden voor de verdachte uit Nieuwegein en 6 maanden voor de verdachte uit De Meern. Daarnaast komen ze onder reclasseringstoezicht te staan en worden ze begeleid en behandeld. Houden ze zich niet aan de afspraken dan hangt hen de voorwaardelijke jeugddetentie boven het hoofd. Ook moeten ze een taakstraf uitvoeren, mogen ze geen contact hebben met de medeverdachten en moeten ze een schadevergoeding aan de gedupeerden betalen. De strafzaak tegen de vrouwelijke verdachte wordt op een later moment inhoudelijk behandeld.