De nabestaanden van de man die overleed bij de tramaanslag nadat hij als laatste door ingetrapte ruit naar buiten probeerde te vluchten stellen in deze procedure dat vervoerder Qbuzz en de Provincie Utrecht nalatig zijn geweest. Volgens hen zijn zij verantwoordelijk voor het geestelijk letsel dat zij hebben opgelopen door de dood van hun zoon en broer. Ze wijzen onder meer op de deur die niet open ging toen de passagiers wilden vluchten. Maar volgens de rechtbank is dit niet te wijten aan onrechtmatig handelen of nalatigheid van de vervoerder en de eigenaar van de tram. In een noodsituatie kunnen passagiers áltijd zelf de deuren openen door op daarvoor bedoelde knoppen te drukken, zoals bij de andere deur in het tramstel wel gebeurde. Uit forensisch voertuigonderzoek blijkt dat ook de gesloten deur op die manier geopend had kunnen worden, maar vast staat dat reizigers op dat moment niet op de knoppen bij die deur hebben gedrukt. Zij richtten zich op het vluchten via de ingetrapte ruit.