Een 54-jarige Nederlandse vrouw stierf op 19 september 2015 op een zeilboot voor de kust van Colombia. Zij was op dat moment met haar 64-jarige echtgenoot op wereldreis met hun zeilboot ‘Lazy Duck’. De echtgenoot, inmiddels weer in Nederland, is destijds door justitie in Colombia aangemerkt als verdachte. Ook het Openbaar Ministerie in Nederland verdenkt de man ervan dat hij zijn vrouw heeft omgebracht. In een tv-uitzending van John van den Heuvel in september 2019 wordt een Colombiaanse vrouw geïnterviewd. Volgens de vrouw was er op de dag dat de Nederlandse vrouw stierf ruzie aan boord van het schip van het echtpaar. Het Openbaar Ministerie wil de vrouw horen als getuige en heeft daarom een rechtshulpverzoek gedaan aan de Colombiaanse autoriteiten. De rechtbank is van oordeel dat afronding van deze strafzaak binnen een afzienbare termijn zwaarder weegt dan het horen van deze nieuwe – mogelijke – getuige. De ervaring leert dat zulke getuigenverhoren in een land waarmee Nederland geen rechtshulpverdrag heeft soms wel jaren kunnen duren. Ondanks dat waarheidsvinding van groot belang is zal de rechtbank dit in dit specifieke geval niet afwachten. Bovendien is het erg onduidelijk wat de waarde voor het bewijs is van de verklaringen van deze vrouw. Als de vrouw voor de inhoudelijke behandeling toch door de Colombiaanse autoriteiten wordt gehoord in het kader van het rechtshulpverzoek dan moet dat plaatsvinden in aanwezigheid van de, Nederlandse, rechter-commissaris. Ook moet de verdediging dan de gelegenheid krijgen om daar bij aanwezig te zijn.