Uit de voortgangsrapportages die de staatssecretaris sinds 2020 ieder kwartaal naar de Tweede Kamer stuurt, blijkt dat de planning van de UHT en de mogelijkheid om tijdig op aanvragen te beslissen al vanaf begin 2021 steeds verder onder druk kwamen te staan. Dit werd steeds erger. In de zomer van 2022 bleek al dat het voor 32.000 aanvragen niet is gelukt om binnen de termijn te beslissen. Ondanks dit beeld uit de voortgangsrapportages en ondanks kritische vragen van enkele Tweede Kamerfracties, is de nieuwe Wet hersteloperatie toeslagen eind vorig jaar aangenomen. In die wet zijn de beslistermijnen opgenomen die nu steeds niet worden gehaald.
De rechtbank kan geen andere conclusie trekken dan dat de wetgever heel bewust een regeling met feitelijk onhaalbare beslistermijnen heeft aanvaard. De rechtbank wijst erop dat het niet de rechter is, maar juist de wetgever zelf die hier iets aan kan doen. De rechtbank kan zelf niets doen om de hersteloperatie als geheel te versnellen, en heeft beperkte mogelijkheden om in individuele gevallen een besluit af te dwingen.