De voorzieningenrechter oordeelt dat het gebruik van de bedrijfsunit als coffeeshop niet mag. Dat in de splitsingsakte niet staat dat de units niet voor detailhandel en horeca mogen worden gebruikt, wil niet zeggen dat het wel mag. In de splitsingsakte is namelijk ook bepaald dat alles wat in de onderliggende akte van erfpacht is opgenomen óók van toepassing is. En aangezien de erfpachtvoorwaarden voorschrijven dat detailhandel en horeca niet zijn toegestaan, werkt dat ook door in de akte van splitsing. Het verweer dat de exploitant per brief toestemming heeft gekregen van de gemeente volgt de voorzieningenrechter niet. In dezelfde brief geeft de gemeente namelijk aan niet zelf te hebben onderzocht of de exploitatie van een coffeeshop ook op grond van de akte van splitsing is toegestaan. Zo schrijft de gemeente: “Dit dient u zelf te onderzoeken. De eventuele onmogelijkheid om het appartementsrecht als coffeeshop te exploiteren komt uitdrukkelijk voor uw rekening en risico.” De voorzieningenrechter verbiedt de exploitant de bedrijfsunit te gebruiken voor de exploitatie van een coffeeshop en legt hierbij een dwangsom op van € 2.500,- per dag, tot een maximum van € 100.000,-.