Onder en rond het zogenoemde ‘Bollendak’ bij Utrecht Centraal wordt de openbare orde al lange tijd regelmatig verstoord. Zo zijn er vaak vechtpartijen en andere geweldsincidenten. Het plein onder het Bollendak is volgens de gemeente Utrecht en de politie een verzamelplaats voor (groepen van) asielzoekers. Zij komen vanuit het hele land om elkaar in Utrecht onder het Bollendak te ontmoeten en de groepen lijken de confrontatie met elkaar op te zoeken. Op 9 juli 2024 was er een grote vechtpartij op deze locatie, waarbij een 19-jarige man was betrokken. De rechtbank beoordeelt de strafbare feiten mede in de context van de problemen onder het Bollendak. Deze problematiek speelt zowel lokaal als landelijk een rol in het maatschappelijk debat en in de veiligheid in de samenleving. De uitkomst van deze strafzaak zal de problemen echter niet oplossen en de rechtbank kijkt uitsluitend naar het aandeel dat de man op déze dag bij déze vechtpartij heeft gehad.

De verdachte in deze zaak is een statushouder met een tijdelijke verblijfsvergunning. Op de zitting zijn videobeelden getoond, waaruit  blijkt dat hij met een mes op drie personen, die ook aan het vechten waren, heeft ingestoken. De verdachte heeft bekend de persoon met het mes te zijn die te zien is op de beelden. De rechtbank vindt twee pogingen tot doodslag bewezen en één poging tot zware mishandeling.

Iedere vechtpartij onder het Bollendak vergroot het gevoel van onveiligheid en de verdachte heeft daaraan een bijdrage geleverd door zich in de vechtpartij te mengen. Hij stak al rennend in op de slachtoffers en heeft amper kunnen anticiperen op het deel van het bovenlichaam waarin de messteken terecht zouden komen. Dat geeft zijn daad een meer roekeloos karakter. Door een mes te gebruiken, heeft de verdachte bovendien bevestigd dat het Bollendak daadwerkelijk een gevaarlijke plek is. Er had ook een nietsvermoedende treinreiziger geraakt kunnen worden, want uit de beelden bleek dat er veel omstanders en passanten waren. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Daarnaast legt de rechtbank een behandelingsverplichting op, om de kans op herhaling te verkleinen. Na de uitspraak is de man weer in voorarrest genomen. De rechtbank heeft een verzoek om een eventueel hoger beroep in vrijheid te mogen afwachten afgewezen, omdat de zaak daarvoor te ernstig is.