De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij uit frustratie de gezinsvoogd en medewerkers van de politie schrik heeft aangejaagd en de situatie volledig heeft laten escaleren. Drie maanden later, zijn voorlopige hechtenis was toen geschorst, heeft hij zijn 13-jarige dochter in een lastige situatie gebracht door haar te vragen met hem mee te gaan. Door met zijn dochter weg te fietsen en haar te vragen haar telefoon weg te gooien en te wisselen van shirt heeft de man welbewust ervoor gezorgd dat jeugdzorg geen zicht meer had op het meisje. Volgens deskundigen is er bij de man sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Zo is hij zijn emoties niet de baas en kan hij impulsief reageren. Vanuit het oogpunt van normbevestiging rechtvaardigen de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De man heeft al een tijd in voorarrest gezeten en de rechtbank is van oordeel dat hij niet terug hoeft naar de gevangenis. Daarom wordt een onvoorwaardelijke celstraf opgelegd die gelijk is aan het voorarrest. Als stok achter de deur om niet opnieuw de fout in te gaan wordt wel een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Daarnaast moet hij zich verplicht laten behandelen aan zijn stoornis en krijgt hij een meldplicht.