Half september lukte het een testkoper, van wie niet duidelijk was of deze persoon 18 jaar was, om alcohol te kopen in de supermarkt. Bij het afrekenen is niet naar legitimatie van de testkoper gevraagd. Dit was voor deze supermarkt de derde keer in twaalf maanden tijd dat een toezichthouder van de gemeente vaststelde dat de verkoop van alcohol niet volgens de regels ging. Bij de eerdere overtredingen is aan de supermarkteigenaar een boete opgelegd. Na de laatste keer legde de burgemeester een verkoopverbod van alcohol op voor zes weken. Daarnaast heeft de burgemeester de supermarkteigenaar verplicht om voor die zes weken alle zwak-alcoholhoudende dranken uit de schappen te halen. Ook schrijft de burgemeester dat de verkoop van alcohol uit de supermarkt niet mag worden verplaatst naar de slijterij in de supermarkt.

Tussen de supermarkteigenaar en de gemeente staat niet ter discussie dat er (opnieuw) een overtreding van de Alcoholwet plaatsvond. Volgens die wet kan een burgemeester een verkoopverbod van alcohol opleggen als bij een bedrijf binnen twaalf maanden drie keer een overtreding is vastgesteld. Maar de manier waarop de burgemeester van Huizen dat deed is niet zorgvuldig, terwijl een ontzegging een zware, bestraffende sanctie is. Het is niet goed duidelijk gemaakt waarom het algehele verkoopverbod nodig was, en ook niet waarom het verbod zes weken moet duren. Bij zijn beslissing heeft de voorzieningenrechter ook de belangen van de supermarkteigenaar betrokken, die stelt dat het verbod leidt tot omzetverlies, imago- en reputatieschade en dat klanten niet meer terug zullen komen. De burgemeester moet opnieuw kijken naar het opgelegde verbod. In de tussentijd mag de supermarkt zwak-alcoholhoudende dranken blijven verkopen.

De opmerking van de supermarkteigenaar dat haar geen enkel verwijt kan worden gemaakt gaat er bij de voorzieningenrechter overigens niet in. Bij een winkelier die alles in het werk stelt om geen alcohol aan minderjarigen te verkopen zal namelijk niet snel drie keer een overtreding worden vastgesteld. De opmerking tijdens de zitting dat de medewerkers wel worden getraind maar “dat sommigen soms net pubers zijn" die dan niet luisteren, vindt de voorzieningenrechter opmerkelijk en in tegenspraak met de stelling dat de supermarkt er alles aan doet om overtredingen te voorkomen.