De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de gepleegde feiten. De officier van justitie eiste een taakstraf van 180 uur waarvan 80 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en aftrek van de twee dagen die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Bij de strafeis is rekening gehouden met de verbeterde leefsituatie van de verdachte. Hij is inmiddels aan het werk en heeft een dak boven zijn hoofd. De rechtbank is het eens met de eis van de officier van justitie. Volgens de politierechter is er sprake van vervelende strafbare feiten, die de verhuurders en de politie veel tijd en moeite hebben gekost. De rechtbank legt de man daarom een taakstraf op van 180 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk.