Op 30 oktober 2018 rijdt de man met zijn vrachtwagen op een busbaan in De Meern in Utrecht. Hij had op dat moment geen ontheffing om daar te rijden, maar was er per ongeluk op terecht gekomen. Omdat hij gedesoriënteerd raakte, miste hij bij een kruising het rode stoplicht en reed met 46 kilometer per uur de kruising over. Op dat moment knalt hij tegen de auto van het slachtoffer op. Als gevolg van het ongeval is de 51-jarige bestuurder van de auto om het leven gekomen. De rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat het rijgedrag van de vrachtwagenchauffeur gekwalificeerd moet worden als aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend.

Het is aan het rijgedrag van de vrachtwagenchauffeur te wijten dat de automobilist om het leven kwam. Dat het slachtoffer geen gordel droeg maakt dat niet anders. Bij het bepalen van de straf kijkt de rechtbank naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Voor het veroorzaken van een verkeersongeval met de dood tot gevolg en waarbij sprake is van aanmerkelijke schuld wordt als uitgangspunt een taakstraf van 240 uur genoemd en een onvoorwaardelijke rijontzegging van 1 jaar. Direct na het ongeluk heeft de man contact gezocht met de familie van het overleden slachtoffer. Ook heeft hij spijt betuigd en is hij niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld. De rechtbank houdt in deze zaak rekening met het feit dat er sprake is van de overschrijding van de redelijke termijn. Verdachten mogen ervan uitgaan dat ze binnen 2 jaar na het beginnen van de vervolging een uitspraak horen. Daarom wordt een taakstraf van 200 uur opgelegd. De rijontzegging wordt geheel voorwaardelijk opgelegd. Hiermee gaat de rechtbank niet voorbij aan de ernst van het feit, maar in de afweging van alle belangen heeft de rechtbank het persoonlijk belang van de vrachtwagenchauffeur zwaar laten meewegen.