De rechtbank vindt dat er sprake is van moord, de man had namelijk een vooropgezet plan om zijn stiefmoeder te doden, al werd zijn gedachtegang om dat plan uit te voeren gestuurd door waanideeën. Ook verklaarde de vader dat zijn zoon bij de daadwerkelijke uitvoering kalm over kwam. Door óók op zijn vader in te steken, waaronder in de borstkas, bestond de kans dat zijn vader zou komen te overlijden. Hij had alleen geen plan om zijn vader iets aan te doen waardoor het steken van zijn vader een poging doodslag is.