De rechtbank heeft de verklaringen van de vrouw getoetst. Zij heeft op meerdere momenten een verklaring afgelegd. Pas in latere verklaringen, verklaart zij over herhaaldelijk (tong-)zoenen en dat de man haar tegen haar wil gevingerd zou hebben. In het eerste gesprek is dit in het geheel niet genoemd, terwijl dit juist grote indruk op de vrouw moet hebben gemaakt. Het gaat hierbij namelijk niet om details. Daar komt bij dat vooral het binnendringen met twee vingers bij de vrouw, zoals dat juridisch heet, een dragend onderdeel van de verdenking is (verkrachting). Zij heeft dus op cruciale punten niet consistent en volledig verklaard. Dat geldt ook voor een gesprek bij een vertrouwenspersoon van de politie. In dat gesprek zegt de vrouw, toen nog hoofdagente, ook niets over het vingeren en tongzoenen.