In de zomer van 2020 had de 44-jarige verdachte een arbeidsongeval. Hij kwam hierbij met zijn voeten in een kokende massa vet terecht. Op dat moment droeg de man geen beschermende kleding. Het slachtoffer werkte bij hetzelfde bedrijf. In oktober staat de man bij het slachtoffer voor de deur. Hij probeerde hem een verklaring te laten ondertekenen waarin staat dat hij tijdens het ongeval wel beschermende kleding droeg. Hierop ontstaat een handgemeen waarbij het slachtoffer verdachte bij het verlaten van de kamer met een mes in zijn bil steekt. Een dag later komt hij met de 26-jarige medeverdachte terug bij het hotel waar het slachtoffer verblijft. In het rookhok wordt het slachtoffer ernstig mishandeld. Beide mannen hebben onder andere met kracht tegen het hoofd van het slachtoffer geschopt. Volgens een getuige leek de 44-jarige man op een ‘roofdier’ toen hij schopte.

Tussen de twee verdachten was sprake van een bewuste en nauwe samenwerking. Zo zijn ze samen naar het hotel gereden en heeft de 26-jarige man aangebeld, omdat er niet zou worden opengedaan als de 44-jarige man voor de deur zou staan. In het rookhok trapten ze meerdere keren tegen het hoofd en het lichaam van het slachtoffer terwijl hij weerloos op de grond lag. Zo hard daar tegenaan trappen kan er voor zorgen dat iemand komt te overlijden. Dat één van de verdachten slippers droeg doet daar niets aan af.

Het geweld dat tegen het slachtoffer is gebruikt had ook dodelijk kunnen zijn. Alleen door tussenkomst van de getuige zijn beide mannen gestopt. Zij hebben zich kennelijk alleen laten leiden door gevoelens van boosheid en frustratie. De rechtbank vindt dat alleen een – deels voorwaardelijke – gevangenisstraf op z’n plaats is. Als stok achter de deur en als extra waarschuwing wordt een deel van de straf voorwaardelijk opgelegd. In aanloop naar het incident was de rol van de 44-jarige man groter, zijn straf valt daarom ook hoger uit. Ook moet het duo een schadevergoeding betalen.