Tijdens een ander politieonderzoek kwam de man uit Werkhoven in beeld. Hij was actief op de berichtendienst Telegram en hield zich daar bezig met handel in wapens en munitie. Begin mei 2020 zocht een agent via Telegram contact met de man. Hij vroeg hem of hij munitie bij hem kon kopen. Het lukte de agent om een afspraak voor een pseudokoop te maken. Op 8 mei spraken hij en een collega met de verdachte af op een parkeerplaats in Nieuwegein. De man verkocht hen twee dozen met munitie voor € 360,-. Aan het einde van de ontmoeting zei hij tegen de agenten dat hij ‘alles kon leveren’. Toen de agenten vroegen wat hij met ‘alles’ bedoelde, antwoordde hij met: ‘Alles wat je maar wilt. Automatisch, zwaar, AK, vooral exclusieve dingen’. Een paar dagen later benaderde de agent de verdachte opnieuw. Nu met de vraag naar een AK-47, een automatisch wapen. Hij vroeg hem hoe lang hij nodig had, waarop de verdachte antwoordde: ‘Soms heb ik er 9 in een week en soms 2 in een maand.’ Uiteindelijk vond de pseudokoop van de AK-47 op 14 mei plaats. 

De advocaat van de man stelt dat bij de pseudokopen fouten zijn gemaakt door de politie en daarom zou het niet als bewijs gebruikt mogen worden. De agenten zouden de verdachte hebben uitgelokt om de strafbare feiten te plegen. In de wet staat dat opsporingsambtenaren bij pseudopen een verdachte niet mogen aanzetten tot het plegen van andere strafbare feiten dan waarop het onderzoek zich op dat moment richt: het verbod van uitlokking. De rechtbank oordeelt dat dit in deze zaak niet aan de orde was. De transacties in het kader van de pseudokopen wijken niet af van andere verkopen die in het dossier terug te vinden zijn. Ze sluiten naadloos aan op het handelen van de verdachte in de periode van zowel vóór als ná de pseudokopen. Hij verkocht in die periode allerlei soorten wapens, van ombouwwapens, tot zware wapens en munitie. Hieruit blijkt dat de man sowieso al als wapenhandelaar actief was en dat hij niet door de agenten is verleid, laat staan tot wat anders. 

De rechtbank veroordeelt de man uit Werkhoven tot een celstraf van 5 jaar. De andere acht verdachten zijn allemaal direct of indirect aan hem gelinkt. Zo verkochten een vader en zoon uit Lelystad een zak met wapens door aan de Werkhovenaar en importeerde hij samen met een man uit Oss en nog een ander, wapens uit het buitenland om deze om te bouwen en vervolgens te verkopen. Anderen waren vooral klanten. De rechtbank veroordeelt hen tot celstraffen variërend van 36 tot 18 maanden cel.