Volgens de voorzieningenrechter handelt de Gemeente Utrecht niet onrechtmatig als het schip zonder de benodigde vergunningen aanmeert en in gebruik wordt genomen als opvanglocatie. In beginsel is een vergunning nodig, maar als met voldoende mate van zekerheid te verwachten is dat die binnenkort wordt verleend, mag de gemeente vooruitlopend daarop het plan rondom het opvangschip uitvoeren. En dat is in deze zaak het geval. De gemeente heeft bovendien aannemelijk gemaakt dat voor het aanmeren van het schip geen vergunning nodig is, maar een ontheffing van het ligplaatsverbod. Die ontheffing is aangevraagd en Rijkswaterstaat heeft al toestemming verleend. Daarmee moet worden aangenomen dat het aanmeren van het schip niet onrechtmatig is. Aldus de voorzieningenrechter. Voor wat betreft het in gebruik nemen van de boot als opvanglocatie is de rechtbank van oordeel dat er voldoende uitzicht is op een vergunning. Daarbij komt dat de periode dat een vergunning ontbreekt relatief kort zal zijn.