Laden...

Tweede opvangschip voor asielzoekers mag aanmeren in Utrecht

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Midden-Nederland > Nieuws > Tweede opvangschip voor asielzoekers mag aanmeren in Utrecht
Utrecht, 14 december 2022

De Gemeente Utrecht mag een tweede schip voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen laten aanmeren aan de Keulsekade in Utrecht. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland beslist. Volgens de eigenaar van een appartementencomplex dat direct aan het Merwedekanaal ligt, mag het schip niet aanmeren en als opvanglocatie gebruikt worden omdat de gemeente de benodigde vergunningen (nog) niet heeft. Maar de rechtbank oordeelt dat het tóch is toegestaan. 

Opvangschip

De Gemeente Utrecht wil in de loop van deze maand een tweede opvangschip voor ongeveer 150 Oekraïense vluchtelingen laten aanmeren aan de Keulsekade in Utrecht. Iets verderop aan de kade ligt al een ander schip dat wordt gebruikt als opvanglocatie. De eigenaar van een naastgelegen appartementencomplex is niet tegen de opvang van vluchtelingen, maar stelt dat de gemeente onrechtmatig handelt omdat de vereiste vergunningen voor het (laten) aanmeren en in gebruik nemen van het schip als opvanglocatie ontbreken. Daarnaast zou de gemeente te weinig rekening hebben gehouden met de aantasting van de privacy en woonomgeving van de bewoners van het complex. 

Niet onrechtmatig

Volgens de voorzieningenrechter handelt de Gemeente Utrecht niet onrechtmatig als het schip zonder de benodigde vergunningen aanmeert en in gebruik wordt genomen als opvanglocatie. In beginsel is een vergunning nodig, maar als met voldoende mate van zekerheid te verwachten is dat die binnenkort  wordt verleend, mag de gemeente vooruitlopend daarop het plan rondom het opvangschip uitvoeren. En dat is in deze zaak het geval. De gemeente heeft bovendien aannemelijk gemaakt dat voor het aanmeren van het schip geen vergunning nodig is, maar een ontheffing van het ligplaatsverbod. Die ontheffing is aangevraagd en Rijkswaterstaat heeft al toestemming verleend. Daarmee moet worden aangenomen dat het aanmeren van het schip niet onrechtmatig is. Aldus de voorzieningenrechter. Voor wat betreft het in gebruik nemen van de boot als opvanglocatie is de rechtbank van oordeel dat er voldoende uitzicht is op een vergunning. Daarbij komt dat de periode dat een vergunning ontbreekt relatief kort zal zijn. 

Eventuele bezwaarprocedure

Dit kort geding ging over de vraag of de gemeente onrechtmatig handelt als het schip zonder de benodigde vergunningen als opvanglocatie in gebruik wordt genomen. De overige punten die de eigenaar van het appartementencomplex aandraagt, zoals aantasting van het complex, (huur)waardevermindering en bezwaren omtrent de privacy van de huurders kunnen bij de bezwaarprocedure rond de aangevraagde vergunning behandeld worden. De gemeente heeft op zitting al toegezegd rekening te houden met deze belangen. Ook gaf de gemeente aan dat áls het andere schip weggaat of verschuift, onderzocht wordt of het schip voor het appartementencomplex verplaatst kan worden.

Uitspraken