De docent stelt dat de universiteit zijn dienstverband in 2018 niet voor bepaalde tijd had mogen verlengen. Volgens hem had de universiteit hem toen een verlenging voor onbepaalde tijd aan moeten bieden en had zijn contract in maart 2022 dus niet beëindigd mogen worden. De kantonrechter concludeert dat de docent in 2018, toen zijn dienstverband voor bepaalde tijd werd verlengd, geen bezwaar heeft ingediend, ondanks dat hij nadrukkelijk op die mogelijkheid is gewezen. Nu hij daar geen gebruik van heeft gemaakt, heeft het contract voor bepaalde tijd ‘formele rechtskracht’ gekregen, zoals dat juridisch heet. Hierdoor moet ervan uit worden gaan dat de verlenging van het contract voor bepaalde tijd volgens de wettelijke voorschriften is. Het gevolg hiervan is dat de kantonrechter niet toekomt aan de vraag of de universiteit het dienstverband in 2018 voor bepaalde tijd mocht verlengen.