De rechtbank oordeelt dat verdachte de opzet had om zijn vriend te doden, ondanks de psychose waarin hij op dat moment verkeerde. Alleen als een verdachte zich geheel niet bewust is van zijn handelen en de gevolgen daarvan, hoeft er geen sprake te zijn van opzet. Dat is in dit geval niet zo. Bij de politie vroeg de man of zijn vriend het heeft overleefd, ook wist hij nog dat hij iemand gestoken had. Tijdens het steekincident is er dus enig besef geweest. De man is dan ook schuldig aan de poging tot doodslag. De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de man ook strafbaar is. Deskundigen zeggen dat de man lijdt aan een stoornis met psychotische symptomen en dat deze stoornis zijn gedragskeuze en gedragingen de bewuste nacht volledig bepaalde. De rechtbank ziet dan ook geen andere conclusie dan dat de man moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Een celstraf is dus niet aan de orde. Wel kan de rechtbank een maatregel opleggen, bijvoorbeeld tbs. Omdat de civiele rechter eerder al een zorgmachtiging heeft afgegeven en de man inmiddels in een kliniek behandeld wordt, legt de rechtbank zo’n maatregel niet op. Op zitting verklaarde verdachte dat hij nut en noodzaak daarvan inziet en volledig meewerkt aan de behandeling. Omdat de man wél schuldig is aan het misdrijf wordt de gevraagde schadevergoeding toegewezen.