De twee huurders hadden beiden een huurovereenkomst voor een korte bepaalde tijd. Deze overeenkomst eindigt volgens de wet na een kennisgeving van de verhuurder aan de huurder op een termijn van maximaal drie maanden tot minimaal één maand voor het verstrijken van de bepaalde tijd. De verhuurster heeft één van de huurders buiten die termijn laten weten dat de huurovereenkomst zal eindigen. De andere huurder heeft aanvankelijk bericht gekregen dat de huur wordt verlengd, maar heeft later, na de in de wet genoemde termijn, alsnog te horen gekregen dat zij de kamer moet verlaten. Verder hebben de huurders gesteld dat de verhuurster, of anderen, hun kamers betreden zonder hun toestemming. Ook worden er vernielingen aangericht en verdwijnen er spullen. Zo is de badkamer vernield, de watertoevoer afgesloten en een internetmodem weggenomen. Beide huurders voelen zich door het gedrag van de verhuurster niet veilig in hun kamer. De huurders vragen de rechtbank daarom een verbod op het binnentreden van hun kamers en op de ontruiming en uithuiszetting.