De kantonrechter is van oordeel dat de omroep als werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De argumenten van de journalist over de tweede reconstructie werden afgedaan als ‘journalistiek niet zo belangrijk’. Het had voor de VPRO duidelijk moeten zijn dat het voor hem heel zwaar woog en hij vond dat zijn journalistieke integriteit in het geding was. De journalist, die de omroep zelf een zeer gewaardeerd top-onderzoeksjournalist noemt, meldde zich ziek als gevolg van het conflict. De omroep doet in die periode telkens toezeggingen die niet worden nagekomen. Ook bij de verdere interne afhandeling van de kwestie worden meerdere fouten gemaakt. De omroep geeft dat toe, maar kan de ontstane schade daar niet mee wegnemen. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst en veroordeelt de omroep om, naast de transitievergoeding, een billijke vergoeding te betalen van ruim 150.000 euro en een immateriële vergoeding van 10.000 euro.