Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de narcistische persoonlijkheidsstoornis van de verdachte, die in deze zaak door deskundigen is vastgesteld. De rechtbank legt de verdachte, gelijk aan de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf van 250 dagen op waarvan 141 dagen voorwaardelijk. Net als de reclassering ziet de rechtbank risico’s op het gebied van relaties met partner, gezin en familie. Een voorwaardelijke gevangenisstraf dient daarom als stok achter de deur zodat de verdachte niet nogmaals een strafbaar feit pleegt. De verdachte hoeft niet terug naar de cel, omdat hij de overige 109 dagen al in voorarrest heeft uitgezeten. Wel moet hij nog een taakstraf uitvoeren. De opgelegde taakstraf van 60 uur is lager dan de eis van 120 uur van de officier van justitie, omdat er uiteindelijk minder feiten bewezen zijn verklaard. Daarnaast krijgt de verdachte een contactverbod met zijn ex-vrouw, mag hij niet in de buurt van haar woning komen en moet hij verplicht meewerken aan de behandeling van zijn persoonlijkheidsstoornis.