De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of het de schuld van de verdachte is dat het motorjacht is gezonken, waarna de vrouw is overleden. Volgens de rechtbank is dat het geval. De verdachte heeft de dood van het slachtoffer nooit willen veroorzaken, maar toch kan het hem verweten worden omdat hij anders had kunnen en moeten handelen. Zo was de man naar eigen zeggen vooral gefocust op grotere schepen. De rechtbank vindt dat hij maatregelen had moeten treffen zodat ook plezierboten waren opgemerkt door hem of een collega. Volgens de rechtbank is sprake van aanmerkelijke schuld omdat hij een verwijtbare fout heeft gemaakt. Hij had het jacht minimaal 2 minuten en 30 seconden kunnen en moeten zien. De rechtbank staat in het vonnis ook stil bij de eventuele medeschuld van de man die het motorjacht bestuurde, waar de verdediging op wijst. Zo zou hij niet alleen van koers zijn gewijzigd, maar ook onvoldoende vrij zicht naar achteren hebben gehad, waardoor hij het tankschip niet heeft gezien. Fouten van anderen zouden de mate van schuld bij de verdachte kunnen doen afnemen, maar van minder schuld bij de verdachte is volgens de rechtbank in deze zaak geen sprake. Als verdachte beter had opgelet en het motorjacht op tijd had gezien, had hij maatregelen kunnen treffen om de aanvaring te voorkomen. De rechtbank veroordeelt de man tot een taakstraf van 150 uur.