Voor seks tegen betaling met een minderjarige wordt doorgaans een (korte) onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd; gecombineerd met een taakstraf van 150 uur. Die straf is volgens de rechtbank passend als de verdachte bewust ontucht met een minderjarige wilde plegen. In de zaak van de 40-jarige verdachte is daarvan geen sprake. De rechtbank veroordeelt hem daarom tot een gevangenisstraf van 1 dag en een taakstraf van 120 uur. De 52-jarige verdachte wordt veroordeeld tot een celstraf van 31 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Ook legt de rechtbank hem een taakstraf op van 150 uur. Een voorwaardelijke gevangenisstraf is nodig om ervoor te zorgen dat de verdachte niet opnieuw de fout in gaat. Vanuit zijn achtergrond en geloofsovertuiging rust een taboe op homoseksualiteit. Dit mag nooit meer ten koste gaan van een minderjarige. De straffen zijn deels lager dan door de officier van justitie geëist. Dit komt omdat de redelijke termijn, de periode waarbinnen de berechting van de verdachten moest plaatsvinden, met twee maanden is overschreden.