De voorzieningenrechter behandelde drie zaken, van een vrouw uit Kameroen, een man uit Marokko en een man uit Nigeria. Zij hadden een tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne en vluchtten na het uitbreken van de oorlog daar naar Nederland. De afgelopen tijd mochten zij hier als zogenoemde derdelanders verblijven en ook werken, op grond van de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming. In januari bepaalde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat deze rechten vandaag eindigen. De staatssecretaris heeft daarop brieven aan de derdelanders gestuurd, waarin staat dat hun pasje om te mogen werken na vandaag niet meer geldt en dat zij tot 1 april in de gemeentelijke opvang mogen blijven. De derdelanders hebben daarnaast een ‘terugkeerbesluit’ gekregen, waardoor zij vanaf 1 april kunnen worden uitgezet. In meerdere zaken zijn derdelanders procedures gestart tegen de staatssecretaris, die de komende weken behandeld zullen worden.