Politieambtenaren dienen zich te houden aan de strikte veiligheidsvoorschriften bij het gebruiken van een dienstwapen. Uit verklaringen van leden en docenten van het arrestatieteam volgt dat de agent tot het moment dat het schot gelost werd, heeft gehandeld volgens de voorgeschreven en getrainde autoprocedure en veiligheidsvoorschriften. Op enig moment heeft de agent, zonder dat hij van plan was een schot te lossen, zijn vinger verplaatst van de slede naar de trekker van het wapen en deze overgehaald. De agent handelde hiermee in strijd met de veiligheidsvoorschriften en maakte dus een fout.